Falzifikát in het nederlands
Vertaling: falzifikát, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bedrieger, vervalsen, vals, namaak, nep, valse, fake
Vertalingen
- falešně in het nederlands - dubbelhartig, vals, verkeerd, loos, onecht, onwaar, bedrieglijk, ...
- falzifikace in het nederlands - vervalsing, vervalsingen, vervalsen, namaak, falsificatie
- falzifikátor in het nederlands - vervalser, fraudeur, falsaris, forger
- falšovat in het nederlands - arts, nabootsing, dokter, geneesheer, bedrieger, navolging, vals, ...
Willekeurige woorden
Falzifikát in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: bedrieger, vervalsen, vals, namaak, nep, valse, fake
Vertalingen: bedrieger, vervalsen, vals, namaak, nep, valse, fake