Жить in het nederlands

Vertaling: жить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afhalen, mensen, harden, ondergaan, lieden, ademen, wonen, volk, doorstaan, blijven, uithouden, fluisteren, verkeren, resten, huizen, blazen, leven, te leven, woont, leeft
Жить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • житница in het nederlands - graanschuur, broodmand, broodmandje, breadbasket, korenschuur
  • жито in het nederlands - eelt, tarwe, eksteroog, rogge, likdoorn, weit, maïs, ...
  • житье in het nederlands - woonplaats, kwartier, leven, levendig, voeding, logies, hachje, ...
  • житьё in het nederlands - schepping, biografie, aanzijn, heelal, leven, hachje, universum, ...
Willekeurige woorden
Жить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: afhalen, mensen, harden, ondergaan, lieden, ademen, wonen, volk, doorstaan, blijven, uithouden, fluisteren, verkeren, resten, huizen, blazen, leven, te leven, woont, leeft