Aangrijpen in het deens

Vertaling: aangrijpen, Woordenboek: nederlands » deens

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
angribe, gribe, angreb, flytte, bevægelse, gå, håndtag, hank, røre, bevæge, beslaglægge, udnytte, benytte, at gribe
Aangrijpen in het deens
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: aangrijpen

aangrijpen antoniemen, aangrijpen betekenis, aangrijpen definitie, aangrijpen engels, aangrijpen grammatica, aangrijpen talen woordenboek deens, aangrijpen in het deens

Vertalingen

  • aangorden in het deens - binde, binde op, binde op om, bind, omgjorde
  • aangrenzend in het deens - nær, tilstødende, støder op, ved siden, støder, der støder op
  • aangroeien in het deens - ske, vokse, stige, tiltage, tiltagende, blive, øge, ...
  • aanhalen in het deens - stryge, tiltrække, citere, stramme, spænd, stram, strammes, ...
Willekeurige woorden
Aangrijpen in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: angribe, gribe, angreb, flytte, bevægelse, gå, håndtag, hank, røre, bevæge, beslaglægge, udnytte, benytte, at gribe