Vorlaut in het nederlands

Vertaling: vorlaut, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ruig, brutaal, nieuw, bot, onbeschaafd, cru, onbewerkt, rauw, onbedorven, guur, onbehouwen, onheus, groen, fris, snauwerig, onbeschaamd, brutale, cheeky, ondeugende, eigenwijze
Vorlaut in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • baut in het nederlands - bouwt, bouwt voort, builds, voortbouwt, is gebaseerd
  • benutzerdefiniert in het nederlands - gebruiker gedefinieerde, gebruiker gedefinieerd, de gebruiker gedefinieerde, door de gebruiker gedefinieerde, de gebruiker gedefinieerd
  • bergsteigen in het nederlands - bergbeklimming, alpensport, bergbeklimmer, Mountaineer, alpinist, Bergbeklimmer het, de bergbeklimmer
  • erlaubt in het nederlands - toegestaan, toegelaten, toegestane, mag, mogen
Willekeurige woorden
Vorlaut in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: ruig, brutaal, nieuw, bot, onbeschaafd, cru, onbewerkt, rauw, onbedorven, guur, onbehouwen, onheus, groen, fris, snauwerig, onbeschaamd, brutale, cheeky, ondeugende, eigenwijze