Planlægge in het nederlands

Vertaling: planlægge, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanleg, doel, strekking, blauwdruk, opzet, ontwerpen, zin, plattegrond, beramen, plan, bedoeling, plannen, concept, uitstippelen, project, schetsen, gepland, plan voor
Planlægge in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • planet in het nederlands - planeet, zwerfster, aarde, wereld, de planeet
  • plankton in het nederlands - met plankton, het plankton, van plankton
  • plante in het nederlands - plant, fabriek, aanplanten, gewas, poten, planten, installatie, ...
  • planteæder in het nederlands - herbivoor, planteneter, herbivore, herbivoren, groot herbivore
Willekeurige woorden
Planlægge in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: aanleg, doel, strekking, blauwdruk, opzet, ontwerpen, zin, plattegrond, beramen, plan, bedoeling, plannen, concept, uitstippelen, project, schetsen, gepland, plan voor