Opkald in het nederlands

Vertaling: opkald, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ring, troep, schreeuw, opbellen, kreet, benoemen, noemen, beugel, telefoon, heten, schare, telefoneren, roepen, roep, wal, gesprekken, oproepen, bellen, vraagt, roept
Opkald in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ophold in het nederlands - blijven, oponthoud, resten, logeren, achterblijven, resteren, overblijven, ...
  • ophøre in het nederlands - aflaten, halte, stopzetten, opbreken, statie, stelpen, uitscheiden, ...
  • oplevelse in het nederlands - gewaarworden, gevoelen, bevoelen, wederwaardigheid, lotgeval, betasten, ondervinding, ...
  • oplyse in het nederlands - schijn, aansteker, belichten, licht, illumineren, ontsteken, aansteken, ...
Willekeurige woorden
Opkald in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: ring, troep, schreeuw, opbellen, kreet, benoemen, noemen, beugel, telefoon, heten, schare, telefoneren, roepen, roep, wal, gesprekken, oproepen, bellen, vraagt, roept