Jours en néerlandais
Traduction: jours, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dagen, dag, werkdagen, dagen na
Autres langues
Mots associés / Définition (def): jours
jours antonymes, jours calendaires, jours de la semaine en anglais, jours ejp, jours fériés, jours dictionnaire de langue néerlandais, jours en néerlandais
Traductions
- journellement en néerlandais - dagelijks, gewoon, grof, plat, ordinair, dagblad, daags, ...
- journée en néerlandais - dag, dagen, de dag, daagse, dag van
- joute en néerlandais - concurrentievermogen, strijden, treffen, beetnemen, worstelen, spartelen, conflict, ...
- jouter en néerlandais - gevecht, spartelen, concurrentievermogen, kamp, strijd, dispuut, redetwisten, ...
Mots aléatoires
Jours en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dagen, dag, werkdagen, dagen na
Traductions: dagen, dag, werkdagen, dagen na