Confesser en néerlandais
Traduction: confesser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
binnenlaten, biechten, bezitten, toegeven, pleiten, honoreren, toelaten, eigen, bekennen, gunnen, erkennen, toekennen, belijden, te belijden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): confesser
comment se confesser, confesser antonymes, confesser grammaire, confesser mots croisés, confesser signification, confesser dictionnaire de langue néerlandais, confesser en néerlandais
Traductions
- confessant en néerlandais - belijden, biechten, belijdende, belijdend, belijden van
- confesse en néerlandais - bekentenis, erkenning, biecht, bekent, belijdt
- confesseur en néerlandais - biechtvader, mijn biechtvader, confessor, belijder, biechtvader van
- confessez en néerlandais - bekennen, biechten, toegeven, erkennen, Beken, belijden, Confess, ...
Mots aléatoires
Confesser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: binnenlaten, biechten, bezitten, toegeven, pleiten, honoreren, toelaten, eigen, bekennen, gunnen, erkennen, toekennen, belijden, te belijden
Traductions: binnenlaten, biechten, bezitten, toegeven, pleiten, honoreren, toelaten, eigen, bekennen, gunnen, erkennen, toekennen, belijden, te belijden